Dorus, ik heb het met Remon vaker over dit onderwerp gehad. Ik denk dat de term hobby-rijder niet goed geplaatst is.
Je moet het namelijk als volgt zien: Je hebt 2 groepen rijders:
De ene groep bestaat uit rijders die naar wedstrijden gaan om het leuk te hebben, zijn of haar best te doen en danwel zien waar het schip strandt. De meeste rijders in Nederland, inclusief mezelf, behoren tot deze groep.
De andere groep bestaat uit rijders die, behalve dat ze hun sport als hobby beschouwen, vooral prestatiegericht zijn. (dat was jij toch ook een jaar of 5-7 geleden toen je voor webco-mentos reed??) Dit zijn de top 10 (kan meer of minder zijn) van de junioren en elite en dan bij de andere leeftijdsgroepen ook nog enkele rijders (bijv. Jelle vanGorkem, Richard van Zomeren, Joyce Seesing, enz.). De rijders die dus bij de Nederlands top horen en meer internationale wedstrijden rijden (en dan niet om het meedoen).
Deze 2e groep wordt door Remon (en door nog meer, incl ondergetekende) toprijders genoemd. Gezien zijn instelling, trainingsarbeid en prestaties de laatste 2 seizoenen (geregeld A-finales bij de Elite, 4 EK-rondes sportklasse gewonnen) hoort hij naar mijn mening wel bij deze groep, ook al is dat pas sinds een paar jaar.
In Nederland wordt er bij wedstrijden geen onderscheid gemaakt tussen de 2 groepen rijders. Natuurlijk heb je de “hobby-rijders” nodig om grotere wedstrijden te kunnen organiseren. Maar om het voor de media interessant te maken is een wedstrijd met puur en alleen de toppers veel interessanter. Wat Remon lijkt aan te geven, en wat ook mijn mening is, is dat de KNWU iets zou moeten organiseren voor deze groep toppers, zodat zij zich kunnen onderscheiden van de rest en het publiek kunnen entertainen met een wedstrijd op hoog niveau.
Dus, val hem niet aan, de bedoeling erachter is goed. Jij en o.a. Gerd-Jan hebben gelijk met het feit dat er hobby-rijders nodig zijn. Ikzelf ben er ook één, en ik wil graag nog wat langer mee kunnen doen aan wedstrijden, zoals dat voor iedereen geldt. Maar er moet mijns inziens wel een mogelijkheid zijn voor de toprijders om zich nationaal te kunnen onderscheiden.
En jij maakt de vergelijking met Robert de Wilde. Hij is in Nederland een klasse apart qua snelheid en manier van leven. Helaas is het klimaat zodanig dat het niet mogelijk is voor meerdere rijders om zo te kunnen leven. Dit blijkt uit de internationale resultaten (de Fransen en de Letten/Tsjechen zijn meer prof/semi-prof dan de Nederlanders) van de Nederlandse eliten en junioren (ok, de junior-men presteren zeer goed, maar een echte winnaar rjidt niet mee, behalve Willy Kanis, het zijn voornamelijk rijders die een finale kunnen halen, geen type Allier, Prokop, Dubois, Strombergs). Maar da's weer een andere discussie.
Als laatste: sorry dat m'n posts zo lang zijn, maar ik wil de zaken goed uitleggen om onduidelijkheden en de reacties daarop te voorkomen.
De groeten, Paul